Het klokje in mijn auto staat nog op de zomertijd. En het loopt 10 minuten achter. Dus als ik wil weten hoe laat het is, trek ik er een uur van af en daarna tel ik 10 minuten bij op. Makkelijk zat!
Als ik mijn binnen huis kom is het ijskoud. Ik heb een schattig rood potkacheltje dat ik direct op stand HOOG zet. Daarna gaat het faseplan in werking. Fase 1: Thee zetten met jas aan. Fase 2: In de stoel naast de verwarming zitten. Zonder jas. Met thee. Fase 3: Met een dekentje-en-thee op de bank tegenover de kachel. Fase 4: Zonder dekentje op de bank. Fase 5: In dit stadium kan ik ook in de keuken terecht. Eventueel kan de intrede van dit laatste stadium versneld worden door na fase 3 de oven te laten voorverwarmen. Simpel toch?!
De lamp in mijn portiek is stuk. Het is onmogelijk om de deur achter me op slot te doen als ik ’s avonds weg ga. Het sleutelgat is onvindbaar. Ik regel dat als volgt: Ik doe, terwijl ik nog in de gang sta, de buitendeur open en steek (in de verlichte gang) de sleutel in het slot. Daarna doe ik het licht uit, de deur dicht en op slot. Als ik weer thuis kom voel ik eerst op de tast waar het sleutelgat precies zit. Daar hou ik mijn vinger, die ik langzaam plaats laat maken voor de sleutel. Gaat prima!
Natuurlijk: Ik kan ook cv nemen, de VVE bellen over de portieklamp of uitzoeken hoe ik autoklokje op de juiste tijd kan zetten. Maar dat is zo’n gedoe!