Kees drukt het gaspedaal in. ‘Trekt goed op he? Gezellig zo, met z’n tweeën. En beter voor het milieu.’ Ik knik ‘Madloba!’ Niet dat het ergens op slaat om nu ‘Dankjewel’ te zeggen, maar het is het enige woord dat ik ken in het Georgisch en ik wil het graag oefenen. Als ik elke dag een woord leer, ken ik in mei zo’n 130 woorden. En dan ga ik een weekje naar het Tblisi. Ik geef mezelf en Kees een pepermuntje. ’Madloba! Madloba!’

Het gebeurt niet vaak dat we samen naar Zeeland rijden. Maar nu heb ik mijn auto naast het huis van Kees laten staan. We zijn samen naar Vlaardingen gereden en gaan we nu dus ook weer samen terug.

Als we de Voorstraat inrijden zie ik mijn Suzuki staan. Het heeft iets ontroerends, dat die daar trouw staat te wachten. Ik stap uit en zoek in mijn jaszak de autosleutel. Ik knik richting de voorruit. ‘Madloba!’ Het zou mooi zijn als de auto nu even met zijn lichten zou knipperen, maar ik kan de sleutel zo snel niet vinden.

Eerst naar binnen. We steken de houtkachel aan, ik zet koffie en Kees laadt de altijd heen-en-weer spullen uit. ‘Zet jij je auto even aan de kant? Dan kan ik opladen.‘ O ja, de autosleutel. Ik pak mijn tas. Voorste vak-met-de rits, daar hoort-ie. Daar zit hij niet. Logisch. Er zitten zo veel vakken in een tas. Zo’n sleutel wil ook wel eens ergens anders zijn. In het grote middenvak. Of in het achterste ritsvak. Daar zit-ie zo vaak. Maar ook daar is hij niet. Dan maar eerst koffie drinken. Een lichte ongerustheid kruipt vanuit mijn buik naar mijn keel, maar ik weet die effectief weg te spoelen met een slok koffie. Geen paniek. Dit gebeurt zo’n drie keer per week en het komt altijd goed. Het is nu zaak om mijn tas systematisch te doorzoeken Rustig En Ordelijk. Voorvak-met-rits. Voorvak-met drukknoop. Zijvak links. Zijvak rechts. Middenvak. Achterop-vakje. Geheime-binnenvak. NIKS! Voor de zekerheid herhaal ik de hele procedure nog een keer. NOG-STEEDS-NIKS!!! Dan toch misschien in mijn jaszak? Mijn parka heeft vier zakken. En dan besef ik: Toen ik vertrok had ik mijn regenjas aan, met twee zakken. De autosleutel zit in mijn linker-jaszak. In Vlaardingen.

Die dag rij ik nog drie keer hetzelfde traject rij op de A59. Waarvan twee keer als bijrijder. Mijn Georgisch gaat razendsnel vooruit. Bednieri akhali ts’eli!