Tante Ka verheugt zich erop: Binnenkort heeft ze haar eigen theekransje. Het is een van de weinige initiatieven die haar goedkeuring heeft. Ze vraagt er geregeld naar ‘Zijn er al voldoende aanmeldingen?’ ‘Heb je de lessen al voorbereid?’ ‘Hoe zit het precies met de taart?’
Intussen laat ze een watergolf zetten, strijkt ze haar rok met stijfsel en poetst ze haar gebit extra grondig. Alles om bij de ontmoeting met andere tantes zo goed mogelijk voor de dag te komen. Ik juich het van harte toe. Het is bijzonder relaxed in huis nu mijn geliefde tante het een en ander om handen heeft. Af en toe kan ik zelfs, zonder haar, een spannende activiteit ondernemen terwijl zij een geschikt recept uitzoekt.
Dan krijg ik een mail van mijn collega: ‘Tickets geboekt! Het wordt de laatste week van september.’ ‘Ik zal er zijn!’ mail ik. Want zo is de afspraak: Wanneer zij naar haar familie in Italië gaat, werk ik een paar dagen extra zodat ze een hele week weg kan. Nog voor ik mijn digitale agenda open staat tante Ka al naast me. ‘De laatste week van september? Dat is onmogelijk!’ Ze heeft gelijk. Juist die week volg ik een cursus filosoferen én is de eerste bijeenkomst van haar theekransje. Naast mijn wekelijkse dansavond en ukelele-les is het meer dan propvol.
Uit pure frustratie snippert tante Ka de allerhande in piepkleine stukjes, terwijl ze survival-instructies geeft: ‘In het voorafgaande weekend plan je HELEMAAL NIKS! Ook niks leuks! Maak de taart van tevoren (maar NIET in dat weekend). Je gaat DIRECT na schooltijd naar huis. Vroeg naar bed! Vroeg op, zodat je je nog een beetje kunt voorbereiden. Van te voren maaltijden koken en invriezen. (maar NIET in dat weekend ervoor). Zorg ruim op tijd dat je huis brandschoon is. Richt de-zondag-ervoor alvast je woonkamer in.’
Terwijl ik luister zet ik zet de extra werkdagen in mijn agenda. Als ze even pauzeert probeer ik haar gerust te stellen. ‘Het gaat heus goed komen. Als ik de hele week werk verdeel ik mijn energie automatisch beter. Jouw theekransje is aan het begin van de week. Natuurlijk ga ik gezond eten. Een groentepakket legen in de wok is ZO gebeurd!’
En toch, de stemming blijft bedrukt. De keurige watergolf staat rechtop, alsof-ie getoupeerd is. De nette rok kreukelt onder haar friemelende handen. De allerhande-confetti ligt verspreid over vloer en bankstel.
Als ik de volgende dag de snippers opzuig komt in mijn achterhoofd een aarzelende gedachte op. Misschien kan ik het theekransje verzetten. In de eerste week van oktober werk ik maar 2 dagen en staat er verder niets speciaals op het programma. Tante Ka staat onmiddellijk paraat om deze ingeving effectief terug te dringen. ‘Het is ABSURD. Jij bent de DOCENT! Dat is onprofessioneel! En verwarrend! De mensen zullen je niet serieus nemen!’ Ze rukt de stofzuiger uit mijn handen waarbij het reservoir openschiet en mijn witte vloer verdwijnt onder een laag hondenhaar, snippers en tandenstokers. Stampvoetend verdwijnt mijn tante via de portiektrap de stad in.
Drie dagen later belt ze weer aan. Eigenlijk wilde ze NOOIT meer terug komen, zegt ze. Maar bij de plaatselijke breiclub sprak ze tante Jacoba, een deelnemer van het theekransje. Ze was nogal verheugd over de nieuwe datum. Kwam veel beter uit. Dus ja, uit pure barmhartigheid mijn tante maar weer terug gekomen. Het leek haar noodzaak. Want als het theekransje er straks is, zou ze niet willen dat ik het zonder haar moet doen. En daar ben ik haar dankbaar voor. Want wat is een tante-Ka-theekransje zonder tante KA zelf?!